Het raadsvoorstel van het college was erop gericht om het beheer (onderhoud en vervanging) van het rioolstelsel binnen 6 jaar kostendekkend te maken. Dit wilde men doen door een FLATTARIEF te gaan heffen. Dat betekent dat over 6 jaar iedereen, ongeacht de gezinssamenstelling, hetzelfde tarief betaald. Voor een 1-persoons huishouden zou dat betekenen dat zij ongeveer 300% meer zouden moeten gaan betalen (van €46 in 2015 naar €165 in 2021). Deze stijging vond de InwonersPartij wel erg veel.

Het voorstel is, mede door inbreng van de InwonersPartij, gewijzigd naar het heffen van een tarief welk bestaat voor 40% uit een vaste component gelijk voor elk huishouden en voor 60% uit een variabele component, dit op basis van het aantal personen in het huishouden, met een maximum categorie van “vier of meer”-personen. Dit laatste punt is onze inbreng geweest. Zonder dit maximum zouden gezinnen van vijf of meer personen zwaar belast gaan worden. Nu blijft er een differentiatie tussen de 1, 2, 3 en “4 of meer” personen bestaan. Per jaar zal de heffing geleidelijk gaan stijgen om uiteindelijk toch over 6 jaar de rioolheffing kostendekkend te hebben.

Daarnaast zijn wij mede-indienaar geweest van het amendement om voor woningen en niet-woningen de rioolheffing af te schaffen voor hen die niet aangesloten zijn op het rioolstelsel. Zij zijn in het bezit van een Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA) of soortgelijke installatie. Dit is een installatie die het huishoudelijk afvalwater van een huisgezin zuivert.

Als laatste hebben ook wij, weer middels een amendement, het voorstel gedaan om de rioolheffing voor niet-woningen uit de OZB te halen. De WOZ waarde van de niet-woning is bepalend voor de hoogte van de opslag in de OZB.

Alle drie de amendementen zijn door de raad aangenomen en zullen respectievelijk in 2016 en 2017 worden doorgevoerd.

Fred Wilcke